PLAATJE

Een geschiedenis van bijna vier eeuwen

ubbo.jpg (12561 bytes)
Ubbo Emmius

De Groningse universiteit is de op een na oudste van Nederland. De oprichting geschiedt op 23 augustus 1614, op initiatief van de Statenvergadering van Stad en Ommelanden van Groningen. Al voor 1614 is in Groningen sprake van een goede onderwijstraditie. In het klooster te Aduard kwamen in de tweede helft van de 15e eeuw al regelmatig geleerden bijeen. Wessel Gansfort en Rudolf Agricola behoorden tot deze Aduarder Kring. De hogeschool start met zes hoogleraren in vier faculteiten, Godgeleerdheid, Rechten, Geneeskunde en Filosofie. Ubbo Emmius, de eerste Rector Magnificus, zwaait de scepter over de jonge universiteit. De inwijdingsplechtigheid van de eerste hoogleraren - gelokt met een hoog salaris - trekt zoveel belangstelling dat de 'vroeme, geleerde ende vermaerde mannen' een sluipweg naar de Aula moeten nemen. De eerste vijfenzeventig jaar gaat het de hogeschool voor de wind. Honderd studenten per jaar melden zich, een voor die tijd respectabel aantal. Bijna de helft komt uit het buitenland, vaak gevlucht omwille van geloofsovertuiging of vanwege oorlogssituaties.

acadgeb1.jpg (27201 bytes)
Brand van het vorige academiegebouw

Interne en Internationale conflicten De groei van de hogeschool stagneert aan het einde van de 17e en in de 18e eeuw. In die tijd staan er gemiddeld twee- a driehonderd studenten ingeschreven en bestaat het professorencorps uit maximaal vijftien leden. Problemen tussen hoogleraren, meestal over theologische kwesties, en meningsverschillen in de Staten van Stad en Ommelanden over hoogleraarbenoemingen zijn de oorzaak van deze stagnatie. Ook de belegering van Groningen in 1672 door 'Bommen Berend', de bisschop van Munster, maakt het onaantrekkelijk naar Groningen te komen. De universiteit raakt in deze periode haar aantrekkingskracht op buitenlanders kwijt. Op wetenschappelijk terrein kent de universiteit in de tweede helft van de 18e eeuw een lichtpunt: het werk van de veelzijdige medicus Petrus Camper. Als anatoom, veepestbestrijder en oprichter van de eerste chirurgische polikliniek raakt hij beroemd tot ver buiten de stadsgrenzen.

Steun van Stad en Ommelanden In 1815 besluit Willem I dat de hogescholen van Leiden, Utrecht en Groningen de status krijgen van Rijkshogeschool. Maar hiermee is het voortbestaan niet gegarandeerd. Meerdere malen is er sprake van opheffing. De instroom van studenten is veel te laag, het budget van de Minister van Onderwijs te krap. Met steun van gemeente en provincie wordt getracht de positie van de hogeschool te verbeteren. In 1850 komt er een nieuw Academiegebouw, en een jaar later volgt de oprichting van het Algemeen Provinciaal Stads- en Academisch Ziekenhuis. Pas in 1876 garandeert de wet op het Hoger Onderwijs het voortbestaan van de hogeschool, die dan tot Rijksuniversiteit wordt omgedoopt. Deze wet brengt ingrijpende veranderingen. Vanaf dan mag er behalve in het Latijn ook in het Nederlands worden gedoceerd. Tevens richt men zich niet meer alleen op onderwijs. De universiteit krijgt nu ook een onderzoekstaak en er verrijzen modern ingerichte laboratoria.

academiegebouw_8-12-00.jpg (18613 bytes)
Het huidige academie gebouw in 2000

De 20e eeuw - groei op alle fronten. Aan het einde van de 19e eeuw bereikt het aantal studenten pas weer het niveau van twee eeuwen eerder. De universiteit bloeit als nooit tevoren. Bij het 300-jarig bestaan in 1914 zijn er zeshonderdelf studenten ingeschreven. Tien jaar later bereikt men de magische grens van 1000. De crisisjaren brengen echter donkere wolken, en de bezettingsjaren vormen een dieptepunt, ook in de geschiedenis van de universiteit. Na 1945 zet zich een explosieve groei in tot bijna twintigduizend studenten in 1992. Anno 1992 telt de RUG tien faculteiten. Deze zijn gehuisvest in honderdvijftig gebouwen, op diverse lokaties in en rond de stad. Het aantal hoogleraren is gestegen tot rond de driehonderd. In totaal zijn er meer dan vijfduizend mensen werkzaam aan de RUG. De drieduizend gulden die Ubbo Emmius tot zijn beschikking had, is inmiddels toegenomen tot ongeveer zeshonderd miljoen gulden. De studenteninstroom ligt boven de vijfenveertighonderd per jaar. Dat is bijna het honderdvoudige van het aantal waarmee de geschiedenis in 1614 begon.

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk