Eerdere Volgende

 

In plaats van een codificatie  UK.gif (346 bytes)

1    De vorming van de common law is vooral te danken aan het werk van:
fout a    Willem de Veroveraar
fout b    Hendrik I
goed c    Hendrik II
fout d    Jan zonder Land
2    Van welk van de onderdelen van het huidig Verenigd Koninkrijk sluit het rechtssysteem aan op dat van het West-Europese continent?
fout a    Engeland
goed b    Schotland
fout c    Wales
fout d    Noord-Ierland
3    In welk van de onderdelen van het voormalige 'British empire', het voormalige Britse keizerrijk, werd en wordt oud-Hollands recht toegepast?
fout a    Canada
fout b    Nieuw-Zeeland
fout c    Australië
goed d    Zuid-Afrika
4    In welk van de hierna te noemen voormalige Britse koloniën gold en geldt mede een uit Frankrijk afkomstig recht?
fout a    Nieuw-Zeeland
fout b    Zuid-Afrika
goed c    Canada
fout d    Australië
5    Welk recht voerde Willem de Veroveraar na 1066 in Engeland in?
fout a    het Romeinse recht
goed b    het Normandische leenrecht
fout c    het Angelsaksische recht
fout d    de zogenaamde 'Dane-law'
6    De door de koning van Engeland uitgegeven 'writs' richtten zich tot:
fout a    de verzoekers
fout b    de koninklijke rechters
fout c    de plaatselijke rechters
goed d    de sheriffs
7    Hoewel Hendrik II als koning van Engeland de top van de Engelse leenpyramide vormde, was ook hij iemands leenman en wel van:
fout a    de keizer van het Duitse Rijk
fout b    de koning van Schotland
goed c    de koning van Frankrijk
fout d    de paus te Rome
8    Bij de rondreizende koninklijke rechtbanken in Engeland, de 'Courts of Assizes', werd het gelijk of ongelijk van de procespartijen bepaald door:
fout    de 'justices in eyre'
fout b    een godsoordeel
fout c    het publiek
goed d    een jury van 12 personen
9    De competentie van de Court of Common Pleas werd bepaald door:
goed a    de inhoud van de koninklijke writs
fout b    de uitspraken van de 'justices in eyre'
fout c    het rechtsboek Leges Henrici I (het recht van koning Hendrik I)
fout d    de Provisies van Oxford (1258)
10    Op welk recht baseerden de kanseliers van Engeland hun uitspraken, als de mensen 'for the love of God and by way of charity' een beroep op de koning deden?
fout a    het Romeinse recht
fout b    het canonieke recht
fout c    het gewoonterecht
goed d    het natuurrecht
11    Met welke Romeinse ambtsdrager is de Lord Chancellor al bij het toepassen van het billijkheidsbeginsel te vergelijken?
fout a    de consul
goed b    de praetor
fout c    de volkstribuun
fout d    de iudex privatus
12    De bijzondere rechtsbron waarnaar de Count of Chancery rechtsprak, was:
fout a    de 'custom of the king's court'
fout b    de plaatselijke gewoonte
fout c    het Romeinse recht
goed d    de 'equity'
13    De term 'Court of Conscience' slaat op:
fout a    de Exchequer
fout b    de Court of Common Pleas
goed c    de Court of Chancery
fout d    de High Court of Parliament
14    De in de zogenaamde 'Yearbooks' opgenomen vonnissen van de common law rechters zijn te beschouwen als:
fout a    precedenten
goed b    illustraties van de common law
fout c    standaard-arresten
fout d    statutes
15    Wiens 'law-reports' sluiten aan op de serie 'Yearbook', die in de 16e eeuw ophielden te verschijnen?
fout a    die van Burrow
fout b    die van lord Mansfield
goed c    die van James Dyer
fout d    die van sir Edward Coke
16    De leer van de stre-decisis kon pas na 1865 tot bloei komen, omdat in dat jaar:
fout a    de rechtsbronnen 'equity' en 'common law' verenigd werden
fout b    in een wet werd vastgelegd, dat het mogelijk bleef in hoger beroep te gaan bij het High Court of Parliament
fout c    de Common-law Courts en de Court of Chacery plaats maakten voor een nieuwe opzet van de rechterlijke organisatie
goed d    een stichting in het leven werd geroepen, die tot taak kreeg de zogeheten 'Law-Reports' (L.R.) uit te geven
17    De taal waarin de zogenaamde 'Yearbooks' gesteld zijn is het:
goed a    'Law-French'
fout b    'Law-Latin'
fout c    'Law-English'
fout d    'Law-Celtic'
18    De 'beautiful art of distinguishing' houdt in, dat de Engelse rechter:
fout a    een precedent opzij mag zetten als de toepassing daarvan tot onbillijkheid zou leiden
fout b    de wetten (statutes) altijd naar de letter uitlegt
fout c    de wetten (statutes) opzij kan zetten, indien zij in strijd zijn met de common law
goed d    in bepaalde gevallen een hem voorgelegde zaak beschouwt als een, waarvoor nog geen precedent is aan te wijzen
19    Na de reorganisatie van de rechterlijke macht in Engeland in de jaren zeventig van de negentiende eeuw lag en ligt de hoogste rechtsmacht bij:
fout a    de Privy Council
fout b    de High Court of Justice
goed c    de House of Lords
fout d    de Court of Appeal
20    De eerste jurist die aan de universiteit onderricht gaf in de Common Law, was:
fout a    Henri Bracton
fout b    Francis Bacon
goed c    William Blackstone
fout d    Jeremy Bentham
21    Waarop moest naar de ideeën van Jeremy Bentham een codificatie van het Engelse recht gebaseerd zijn?
goed a    het beginsel van 'utility'
fout b    het billijkheidsbeginsel
fout c    het legaliteitsbeginsel
fout d    het beginsel van evenredigheid
22    Bentham's streven naar een codificatievan het Engelse recht werd doorkruisd door het verschijnen van een werk van:
fout a    William Blackstone
goed b    Edmund Burke
fout c    Joseph Story
fout d    Thomas Paine
23    Bij de zogenaamde 'Judcature Acts' van 1873 en 1875 werden de oude Common-law Courts te Westminster en de Court of Cancery opgeheven om plaats te maken voor een nieuw gerechtshof met de titel:
fout a    High Court of Parliament
fout b    High Court of Justice
goed c    Supreme Court of Judicature
fout d    Court of Appeal
24    De 'Field Code' van 1848 regelde:
fout a    het personenrecht van de staat New York
fout b    het strafrecht van de staat New York
goed c    het burgerlijk procesrecht van de staat New York
fout d    het vermogensrecht van de staat New York
25    In welke Amerikaanse staat geldt een Civil Code met exclusieve werking:
fout a    California
goed b    Louisiana
fout c    Mississippi
fout d    New York
26    Bij de zogenaamde 'Restatements of the Law' die sinds 1932 verschijnen, gaat het om:
fout a    codificaties van onderdelen van het Amerikaanse Recht
goed b    een ordening van de in het voorafgaande jaar uitgesproken precedenten
fout c    een herformulering van de vonnissen van de Supreme Court
fout d    een tijdschrift van de American Bar Association
27    De receptie van het Romeinse recht inEngeland is in het byzonder verhinderd door:
fout a    de invoering van het systeem van de 'justices in eyre'
fout b    het aannemen van de Magna Charta
fout c    het feit dat de hoogste rechtsmacht bij de House of Lords kwam te liggen
goed d    het feit dat de opleiding van de 'barristers' buiten de universiteiten plaats vond
28    Het jaar 1066 is zo belangrijk voor de staatkundige- en rechtsgeschiedenis van Engeland, omdat in dat jaar:
fout a    de laatste Romeinse troepen Engeland verlieten
goed b    Willem de Veroveraar Engeland veroverde
fout c    Engeland en Schotland onder één vorst verenigd werden
fout d    de 'Court of Common Pleas' werd ingevoerd
29    De koninklijke writs kregen onder de regering van Hendrik II het karakter van een:
fout a    executiebevel
fout b    betalingsopdracht
goed c    dagvaarding
fout d    afkoopregeling
30    In de Provisions of Oxford (1258) werd bepaald dat:
fout a    de koning voortaan onderworpen was aan de Common Law
fout b    de kanseliers voortaan over het uitgeven van nieuwe writs mochten oordelen
fout c    de Common Law Courts voortaan gevestigd zouden zijn in Westminster
goed d    geen nieuwe writs meer mochten worden uitgegeven, tenzij ze aansloten bij reeds bekende gevallen
31    De rechtsgang bij de Court of Chancery onderscheidde zich van die voor de common law courts, doordat bij de Court of Chancery:
fout a    door middel van een 'trial by battle' werd uitgemaakt welke partij gelijk had
fout b   de procedure altijd werd ingeleid met het uitvaardigen van een writ
goed c    het oordeel over de feiten van het geschil niet in handen van een jury was
fout d    tegen als bewijs overgelegde akten geen tegenbewijs door middel van een eed mogelijk was
32    De common law courts wisten hun 'aandeel' in de rechtspraak met betrekking to het overeenkomstenrecht tegenover de Court of Chancery te behouden, doordat:
goed a    het regel werd dat wie met succes een actie kon instellen voor een common law court geen proces mocht beginnen voor de Court of Chancery
fout b    ook de common law courts al vrij vroeg nakoming van overeenkomsten mochten gaan toewijzen
fout c    er voor het overeenkomstenrecht een systeem van de writs werd gemaakter voor het overeenkomstenrecht een systeem van de writs werd gemaakt
fout d    de Court of Chancery van de behandeling van zaken met betrekking tot overeenkomsten afzag om overbelasting te vookomen
33    De vraag of in het Engelse rechtssysteem een rechter een wet in formele zin mag toetsen aan de 'common law' werd beslist in:
fout a    the Earl of Oxford's Case
fout b    Heydon's Case
fout c    Calvin's Case
goed d    Dr Bonham's Case

 

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk