Eerdere Volgende

 

Romeins recht     ROM.GIF (136 bytes)

1    De Romeinse koningen ontleenden hun imperium aan:
goed a    de goden
fout b    de volksvergadering
fout c    de senaat
fout d    de priesters
2    Nadat de laatste Romeinse koning in 509 voor Chr. verjaagd was, ging het imperium over op:
fout a    de priesters
fout b    de volksvergadering
goed c    de consuls
fout d    de senaat
3    Het ambt van praetor is ingesteld als reactie op:
fout a    de opheffing van de comitia
goed b    de openstelling van het consulsambt voor plebejers
fout c    de openbaring van de uitleg van de Wet van de 12 Tafelen aan de plebs
fout d    het doden van de maagd Verginia door haar vader
4    De oudste wetsoptekening van Rome was:
goed a    de Lex XII Tabularum
fout b    de Lex Hortensia
fout c    de Lex Rhodia de iactu
fout d    de Lex de imperio
5    De lex Hortensia (286 v. Chr.) bepaalde:
fout a    dat het ambt van consul nu ook voor plebejers toegankelijk zou zijn
fout b    dat de uitleg van de Wet van de 12 Tafelen bekend gemaakt zou worden
goed c    dat de besluiten van de vergadering van de plebs voortaan ook voor de patriciërs zouden gelden
fout d    dat de senaatsconsulten voortaan kracht van wet zouden hebben
6    Intercessio is:
fout a    het uit de stad Rome trekken van de plebs om iets wat zij verlangde te verkrijgen
goed b    het ongedaan maken van een besluit dat de ene consul genomen heeft, door de andere
fout c    het gezamenlijk een besluit nemen door de beide consuls
fout d    het delen van het imperium door de beide consuls
7    Het praetorisch edict gold aanvankelijk:
goed a    voor 1 jaar
fout b    voor 2 jaar
fout c    voor 10 jaar
fout d    voor eeuwig
8    De praetor hield in Rome zitting:
fout a    op de Aventijn
fout b    op de Palatijn
fout c    aan de oever van de Tiber
goed d    op het Forum Romanum
9    De taak van de praetor was:
goed a    het geven van toestemming om te gaan procederen voor een iudex privatus
fout b    het geven van onderwijs in het ius civile (het recht van de Romeinse burgers)
fout c    het geven van juridisch advies (responsum) aan ieder die wilde gaan procederen
fout d    het opstellen van de ontwerpen voor de besluiten van de comitia (volksvergadering)
10    De praetor wordt wel de viva vox iuris civilis genoemd, omdat hij het recht van de Romeinse burgers:
fout a    ondersteunde, verbeterde, dan wel afschafte
goed b    verbeterde, aanvulde dan wel ondersteunde
fout c    aanvulde, ondersteunde, dan wel afschafte
fout d    afschafte, aanvulde dan wel verbeterde
11    In 27 v. Chr. werden aan Gajus Julius Caesar Octavianus, de adoptiefzoon van Gajus Julius Caesar de twee hoogste bevoegdheden in de Republiek verleend. Dit waren:
fout a    het imperium van de proconsul en de wetgevende macht van de comitia
fout b    de wetgevende macht van de comitia en de adviserende funktie van de senaat
fout c    de adviserende funktie van de senaat en het veto-recht van de volkstribunen
goed d   het veto-recht van de volkstribunen en het imperium van de proconsul
12    Een oratio was:
goed a    een wetsvoorstel van de keizer, ingediend bij de senaat
fout b    een vonnis van de keizer tussen twee strijdende partijen
fout c    een juridisch advies van de keizer op iemands verzoek
fout d    een antwoord van de keizer op iemands verzoekschrift
13    Welke van de hieronder genoemde soorten keizerlijke constituties hadden oorspronkelijk als enige algemene gelding?
fout a    de decreta
fout b    de rescripta
fout c    de mandata
goed d    de edicta
14    De keizer die het Christendom tot staatsgodsdienst verheven heeft, was:
fout a    Constantijn de Grote
goed b    Theodosius de Grote
fout c    Arcadius
fout d    Justinianus
15    Het consortium imperii betekende wat betreft de keizerlijke wetten:
goed a    dat de wetten die de ene keizer in zijn deel van het rijk uitvaardigde automatisch ook in dat van zijn mede-keizer golden
fout b    dat de wetten altijd door beide keizers tegelijkertijd uitgevaardigd moesten worden
fout c    dat wanneer de ene keizer een wet in zijn deel van het rijk uitvaardigde, de ander zich haasten moest in zijn deel hetzelfde te doen
fout d    dat de wetten van de ene keizer pas in het rijksdeel van de ander golden als deze zijn uitdrukkelijke toestemming had gegeven
16    Bij de laat-Romeinse rechtsbron 'ius' gaat het om:
fout a    besluiten van de senaat
fout b    de wetten van de keizer
fout c    de uitspraken van de praetor
goed d    de adviezen van speciale juristen
17    Bij de laat-Romeinse rechtsbron 'leges' gaat het om:
goed a    keizerlijke wetten
fout b    juridische adviezen
fout c    senaatsconsulten
fout d    edicten van de consuls
18    Het ius verdween als rechtsbron door:
fout a    de opheffing van de juristenstand
fout b    de invoering van de lex citandi in 426
goed    de afkondiging van de Digesten in 533
fout d    de herziening van de Codex Justinianus in 534
19    De eerste verzameling van keizerlijke constituties met exclusiviteit was:
fout    de Codex Hermogenianus
goed b    de Codex Theodosianus
fout c    de Codex Gregorianus
fout d    de Codex Justinianus
20    De constitutie Tanta/Dedoken diende tot:
fout a    uitvaardiging van de eerste Codex Justinianus
fout b    instelling van de commissie tot voorbereiding van de Digesten
fout c    instelling van de commissie tot herziening van de eerste Codex Justinianus
goed d    uitvaardiging van de Digesten
21    De inhoud van de Digesten bestaat uit:
fout a    delen van keizerlijke constituties
goed b    fragmenten uit de geschriften van Romeinse juristen
fout c    besluiten van de algemene concilies
fout d    elementaire lesstof voor juridische studenten
22    De inhoud van de Instituten van Justinianus gaat voor een zeer belangrijk deel terug op:
fout    de Codex Theodosianus
fout    de geschriften van Papinianus
goed c    de Instituten van Gaius
fout d    de Sententiën van Paulus
23    De drijvende kracht achter de wetgeving van keizer Justinianus (527-565) was:
goed a    Tribonianus
fout b    Dorotheus
fout c    Belisarius
fout d    Theophilus
24    Even na de uitvaardiging van de lex citandi in 426 na Chr. wordt een rechter in Constantinopel geconfronteerd met een civiel geschil, waarin de eiser de mening van Papinianus heeft aangehaald en de gedaagde die van Paulus, Gaius en Ulpianus. Wiens mening moet de rechter volgen?
fout a    Die van geen van de aangehaalde juristen
fout b    Die van Papinianus
fout c    De rechter mag kiezen wie hij volgt
goed d    Die van Paulus, Gaius en Ulpianus
25    Het siglen-verbod dat bij de uitvaardiging van de Digesten en later bij die van de Herziene Codex werd opgelegd, hield in:
fout a    dat men geen commentaar mocht leveren op de wetgeving van de keizer
fout b    dat men niets tussen de regels van de wetten van de keizer door mocht schrijven
goed c    dat men in de tekst van de wetten geen afkortingen mocht gebruiken en de cijfers voluit moest schrijven
fout d    dat men geen eigen opschriften mocht maken bij de wetten van de keizer
26    De herziening van de Codex Justinianus van 529 was in feite een overbodige operatie omdat:
fout a    inmiddels de Digesten en de Instituten afgekondigd waren
fout b    er gewerkt zou gaan worden aan de Basilica
fout c    er aan een nieuwe verzameling van novellen gewerkt werd
goed d    de lex posterior regel door de rechters moest worden toegepast
27    De Basilica zijn gemaakt in opdracht van:
goed a    keizer Leo de Wijze
fout b    keizer Justinianus
fout c    keizer Manuel Comnenus
fout d    keizer Michael I
28    Welke van de hieronder genoemde onderdelen van het Corpus Iuris Civilis was (bijna) geheel in de Griekse taal gesteld?
fout a    de Instituten
fout b    de (tweede) Codex
fout c    de Digesten
goed d    de Novellen
29    Welk onderdeel van het Corpus Iuris Civilis was bij uitstek bedoeld als leerboek voor rechtenstudenten in Constantinopel en Beiroeth?
fout a    de Codex
goed b    de Instituten
fout c    De Novellen
fout d    de Digesten
30    In welk van de hieronder genoemde landen heeft de Justiniaanse wetgeving het langst als rechtsbron gefungeerd?
fout    Italië
fout    Duitsland
goed    Griekenland
fout d    Frankrijk
31    Het enige West-Europese land waar de Justiniaanse wetgeving ooit officieel is ingevoerd, was:
fout a    Frankrijk
goed b    Italië
fout c    Spanje
fout d    België
32    Bij het samenstellen van de Digesten heeft de commissie hier en daar oude woorden in de fragmenten uit de geschriften van de Romeinse juristen door nieuwe vervangen. Deze interpolaties waren noodzakelijk omdat anders:
fout a    de Digesten nooit zouden kunnen gelden als codificatie
goed b    oud, voorbij recht weer opnieuw van kracht zou worden
fout c    de rechters deze wet niet zouden willen toepassen
fout d    de bevolking zou weigeren deze wet te aanvaarden
33    Het Authenticum is een Latijnse vertaling van:
fout a    de Basilica
fout b    de Hexabiblos
goed c    134 Justiniaanse Novellen
fout d    de Astikos Kodix
34    Bij het maken van de Basilica (±900) ging het in de eerste plaats om:
fout a    een nieuwe vertaling van de Justiniaanse wetgeving
fout b    een nieuwe uitvaardiging van de Justiniaanse wetgeving
fout c    een herinvoering van de Justiniaanse wetgeving
goed d    een nieuwe ordening van de Justiniaanse wetgeving
35    De om de tekst van de Basilica geplaatste randschriften staan bekend onder de naam:
fout a    glossae
goed b    scholia
fout c    authenticae
fout d    epitome
36    De Hexabiblos van Constantijn Harmenopoulos (13e eeuw) was oorspronkelijk bedoeld als:
goed a    een tekstboek voor de rechtspraktijk in het Byzantijnse Rijk
fout    een leerboek voor rechtenstudenten in het Byzantiinse Rijk
fout c    een hercodificatie van de Basilica
fout d    een nieuw wetboek voor de Griekse onderdanen van de Byzantijnse keizer
37    De Byzantijnse keizerskroon die in 1453 met de dood van de laatste Byzantijnse keizer 'vacant' was geworden, werd uiteindelijk overgenomen door:
fout a    de keizer der Fransen
fout b    de Duitse keizer
goed c    de Russische tsaar
fout d    de keizer van Oostenrijk
 

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk