1
Het voornaamste bezwaar van de Franse filosoof Saint Simon tegen de
'uitkomst' van het Wener congres (1814-1815) was, dat:
a Frankrijk
zijn vóór-Napoleontische grenzen behield
b de
deelnemende staten de vrede in Europa wilden garanderen zonder afstand te doen van hun
soevereiniteit
c de keizer
van Oostenrijk voorzitter werd van de nieuw op te richten Duitse Bond
d Nederland
en de voormalige Oostenrijkse Nederlanden met elkaar verenigd zouden worden, zodat
tegenover Frankrijk een sterke bufferstaat zou ontstaan
2
De Franse filosoof Saint Simon (1760-1825) wilde vrede en welvaart
in Europa bereiken door:
a de
stichting van een supranationale instellingen
b de
opheffing van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse natie
c de keizer
van Oostenrijk het voorzitterschap te geven van de Duitse Bond
d Napoleon
te verbannen naar Sint Helena
3
De aanleiding tot het stichten van de Raad van Europa in 1948 was:
a de wens de
mensenrechten en de democratie in Europa te handhaven
b de
herinvoering van de dienstplicht in het na-oorlogse Duitsland
c de
communistische staatsgreep in Tsjecho-Slowakije
d de
oprichting van de Democratische Republiek Duitsland
4
Op welk punt verschilden de staten die deelgenomen hadden aan het
Haags Congres in 1948 fundamenteel van mening, toen het om de vorming van de Raad van
Europa ging? Was dat:
a de
toetreding van de Bondsrepubliek Duitsland
b een
gemeenschappelijk beheer van de Europese konen- en staalvoorraden
c de creatie
van één Europese munt
d het afstaan
van een deel van de eigen soevereiniteit
5
De grote betekenis van de Raad van Europa ligt in:
a het
handhaven van de soevereiniteit van de Europese lidstaten
b het
regelen van de Europese concurrentie op economisch terrein
c het
instandhouden van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
d het tot
stand brengen van de Duitse eenheid
6
Bij welk van de hierna te noemen gebieden van het recht speelt het
Europees Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van de Mens maar een zeer
ondergeschikte rol?
a burgerlijk
recht
b
staatsrecht
c strafrecht
d
bestuursrecht
7
Op welk terrein van het privaatrecht heeft het EVRM (= Europees
Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens) nog de meeste betekenis?
a
rechtspersonenrecht
b
verbintenissenrecht
c personen-
en familierecht
d
huwelijksgoederenrecht
8
De hoogste uitleg van het EVRM (= Europees Verdrag tot Bescherming
van de Rechten van de Mens) ligt voor Nederland in hoogste instantie bij:
a het
Europees Hof te Straatsburg
b de Hoge
Raad der Nederlanden
c het
Europees Hof te Luxemburg
d de
Nederlandse regering
9
Het 'Morgenthau-plan', één van de plannen die gemaakt zijn aan het
einde van de Tweede Wereldoorlog (1945), beoogde:
a de
Verenigde Staten financiële hulp te laten bieden aan de door de oorlog getroffen
West-Europese landen
b het
grondgebied van het door de geallieerden verslagen Duitsland te verdelen onder die
geallieerden
c de
nationaal-socialisten summier te berechten en vervolgens direct te executeren
d Duitsland
industrieel te ontmantelen en te veranderen in een agrarische samenleving
10
De grondslag voor de Bondsrepubliek Duitsland werd gelegd toen:
a in 1945 de
geallieerden Duitsland bezetten
b in 1945 de
conferentie van Potsdam gehouden werd
c in 1947 de
Engelsen en Amerikanen hun respectieve bezettingszones fuseerden
d in 1948 de
blokkade van Berlijn werd opgeheven
11
Het plan de kolen- en staalvoorraden van Frankrijk en het naoorlogse
Duitsland samen te voegen en onder internationaal bestuur te brengen werd bedacht door:
a Robert
Schuman
b Jean
Monnet
c Konrad
Adenauer
d Winston
Churchill
12
Het internationale orgaan dat de EGKS bestuurde droeg de titel:
a Hoge
Autoriteit
b Europese
Commissie
c
Ruhr-autoriteit
d Raad van
Bestuur
13
De reden waarom Engeland niet toe wilde treden tot de EGKS, die in
1952 werd opgericht was:
a dat de
Engelsen Duitsland geen plaats in het nieuwe Europa gunden
b dat de
Engelsen bang waren voor een te grote rol van Frankrijk
c dat de
Engelsen niet bereid waren een deel van hun soevereiniteit af te staan
d dat de
Engelsen niets zagen in de deelname van de Benelux-landen
14
De Europese Economische Gemeenschap is opgericht bij:
a het
Verdrag van Rome van 1957
b de Haagse
verklaring van 1948
c de eerste
vergadering van de Raad van Europa in 1951
d het
Verdrag van Rome van 1950
15
Het belangrijkste wetgevende orgaan van de EG (EU) is:
a
de Europese Commissie
b
de Raad van Ministers
c
het Hof van Justitie te Luxemburg
d
de Parlementaire Vergadering
16
De EG (EU) kan rechtstreeks in de nationale rechtsorde van de
lidstaten ingrijpen door:
a het geven
van richtlijnen
b het
uitvoeren van de vonnissen van het Hof van Justitie
c het
uitvaardigen van Europese verordeningen
d het
aanzetten tot het sluiten van verdragen tussen de lidstaten
17
Het Europese Hof van Justitie te Luxemburg is niet bevoegd
wanneer het gaat om een geschil tussen:
a de Raad
van Ministers en de Europese Commissie
b Spanje en
Nederland
c Nederland
en de Europese Commissie
d een
Spanjaard en een Nederlander
18
Welk van de hieronder te noemen rechterlijke instanties mag
een juridisch preadvies vragen aan het Europees Hof van Justitie te Luxemburg, maar is
daartoe niet verplicht:
a de Hoge
Raad der Nederlanden
b de High
Court of Justice te Londen
c het Hof
van Verbrekinge te Brussel
d het Cour
de Cassation te Parijs
19
Dat niets zozeer de banden tussen de naties bindt als te leven naar
dezelfde burgerlijke wetten, was de opvatting van:
a
Justinianus
b Frederik
II de Grote
c Napoleon
d E.M. Meijers
20
De oprichting van de Raad van Europa is
een reactie geweest op:
a de oprichting van de DDR
b de blokkade van Berlijn
c de communistische staatsgreep in Tjecho-Slowakije
d het neerslaan van de Hongaarse opstand
21
Het Europees Verdrag to Bescherming van
de Rechten van de Mens werd gesloten in:
a 1948
b 1950
c 1957
d 1960
22
Het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens is gevestigd te:
a Straatsburg
b Hamburg
c Luxemburg
d Freiburg
23
De Europese Commissie voor de Rechten
van de Mens heeft tot taak:
a er op toe te zien dat de lidstaten van de Raad van Europa hun
wetgeving aanpassen aan de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
b er voor te zorgen dat het Europees Verdrag tot Bescherming van de
Rechten van de Mens zo nodig aangevuld wordt met nieuwe bepalingen
c bij iedere ingediende klacht van een individueel burger te
onderzoeken of deze klacht door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens behandeld kan
worden
d er op toe te zien dat lidstaten die door het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens veroordeeld zijn hun verplichtingen nakomen
24
De EEG werd opgericht
in:
a 1950
b 1952
c 1957
d 1963
25
Het voornaamste doel van de EEG, zoals
vastgelegd in het EEG-verdrag is:
a het vormen van een unie van Europese staten
b de harmoniëring van de Europese burgerlijk wetgeving
c de regeling van het gehele economisch leven van Europa
d de vestiging van een gemeenschappelijke markt voor de aangesloten
lidstaten
26
Het Europese Hof van Justitie is
gevestigd in:
a Luxemburg
b Straatsburg
c Hamburg
d Middelburg
27
Tussen welke partijen mag het Europese
Hof van Justitie geen recht spreken:
a meneer Jansen en de Europese Commissie
b de Europese Commissie en Nederland
c Nederland en Frankrijk
d meneer Jabnsen en mevrouw Pietersen
Ga naar
van
Rechtsgeschiedenis RuG
Deze pagina is een poging de
feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande ( ... )
genoemde moment bekend was