Eerdere Volgende

 

Duitse landen     DE.GIF (314 bytes)

1    Het dieptepunt in de betrekkingen tussen de paus en de keizer van het Duitse Rijk was:
goed a    de tocht van keizer Hendrik IV naar Canossa in 1077
fout b    het incident dat bekend staat als 'de vuistslag van Agnani'
fout c    de plundering van Rome door de troepen van de keizer in 1527
fout d    de uitroeping van het keizerrijk Oostenrijk in 1806
2    Welk van de volgende optekeningen van volksrechten die ooit in het rijk van Karel de Grote van kracht waren, kan met recht een codificatie worden genoemd?
fout a    de Ewa ad Amorem
goed b    het Edictum Rothari
fout c    de Lex Salica emendata
fout d    de Lex Saxonum
3    Naar welk volksrecht leefden de Frankische koningen uit het huis van de Merovingen ±700?
goed a    de Salische wet van koning Clovis
fout b    de Lex Barbara Burgundionum
fout c    het Breviarium van Alarik
fout d    het Edictum Rothari
   Wie van de zogenaamde 'vier doctores' (quattuor doctores) wist op de Rijksdag te Roncaglia in 1158 de bijzondere gunst van keizer Frederik Barbarossa te verwerven?
fout a    Bulgarus
goed b    Martinus
fout c    Hugo
fout d    Jacobus
5    Op welke wijze uitte keizer Frederik Barbarossa zijn dank tegenover de jurist die hem tijdens een uitstapje ter gelegenheid van de Rijksdag te Roncaglia in 1158 gelijk gaf, toen hij vroeg of hij heer van de wereld was?
fout a    hij benoemde hem tot rijkskanselier
fout b    hij verhief hem in de adelstand
fout c    hij gaf hem zijn dochter ten huwelijk
goed d    hij schonk hem het paard waarop hij reed
6    Dat de keuze van de nieuwe rooms-koning van het Duitse Rijk aan zeven zogenaamde keurvorsten werd opgedragen, is bepaald bij:
fout a    het Verdrag van Verdun van 843
fout b    de bul Super Specula van 1219
goed c    de Gouden Bul van 1356
fout d    de godsdienstvrede van Augsburg van 1555
7    De rechtsschool van de usus modernus gaat terug op de school van de:
fout a    Franse humanisten
goed b    Bartolisten
fout c    Glossatoren
fout d    Ultramontani
8    Het in 1495 opgerichte Rijkskamergerecht bleek in de praktijk een minder groot succes dan de keizer verwacht had. De oorzaak daarvan was dat:
fout a    de inwoners van het Duitse Rijk dit gerecht boycotten
fout b    dit gerecht in hoofdzaak Romeins recht toepaste
fout c    dit gerecht niet in Frankford, maar in Wetzlar gevestigd was
goed d    vele landen en steden in het Duitse Rijk het privilege de non appellando et de non evocando bezaten
9    De wijze waarop de Bartolisten het Romeinse recht benaderden staat bekend als:
goed a    de mos italicus
fout b    de anakatharsis
fout c    de mos gallicus
fout d    de authentieke interpretatie
10    Aan de Duitse universiteiten ontwikkelde zich in de loop van de achttiende eeuw binnen de rechtenfaculteit een hevige discussie over de vraag welk recht het beste was. De strijd ging tussen:
fout a    romanisten en aanhangers van de usus modernus
fout b    romanisten en humanisten
fout c    humanisten en aanhangers van het natuurrecht
goed d    aanhangers van het natuurrecht en romanisten
11    Bij het zogenaamde 'Vernunftrecht' gaat het om:
fout    een Duitse variant van het Romeinse recht
fout b    de leer van F.C. von Savigny
goed c    een Duitse variant van het natuurrecht
fout d    een opvatting van de Pandektisten
12    Samuel Pufendorff behoorde tot:
goed a    de school van het natuurrecht
fout b    de school van de usus modernus
fout c    de Historische School
fout d    de Freirechtschule
13    Het codificatieproject dat de Pruisische koning Frederik de Grote in 1746 startte, kwam voort uit zijn wens:
goed a    in de Pruisische landen een eind te maken aan de subsidiaire gelding van het Romeinse recht
fout b    rechtseenheid tot stand te brengen in de verschillende Pruisische landen
fout    zijn rivale (de latere) keizerin Maria Theresia de loef af te steken
fout d    keizer te worden van een groot Duitsland
14    Koning Frederik de Grote verstrekte in 1746 de opdracht tot het ontwerpen van het wetboek dat hem voor ogen stond aan:
fout a    Suarez
goed b    Von Cocceji
fout c    Von Zeiller
fout d    Von Martini
15    Het bezwaar van Frederik de Grote tegen het ontwerp voor het zogenaamde ALR, het resultaat van zijn tweede codificatieopdracht, was dat:
fout a    dit ontwerp niet volledig genoeg was
goed b    dit ontwerp teveel artikelen bevatte
fout c    dit ontwerp teveel gebaseerd was op het natuurrecht
fout d    dit ontwerp voorbijging aan het inheemse recht
16    De 'geestelijk vader' van het ALR, het Allgemeine Landrecht für die Preussischen Staaten was:
fout a    Von Cocceji
fout b    Von Zeiller
fout c    Von Savigny
goed d    Suarez
17    Welke oplossing stelde Suarez voor om het bezwaar van Frederik de Grote tegen zijn ontwerp te ondervangen:
fout a    dit ontwerp aanmerkelijk in te korten
fout b    een nieuw ontwerp te maken met een andere opzet
goed

c     naast het grote wetboek een kleine volkscodex te maken

fout d    de encyclopaedische opzet los te laten en het ontwerp te splitsen
18    Op welk punt komen het Allgemeine Landrecht für die Preussischen Staaten en het Allgemeine Bürgerliche Gesetzbuch van Oostenrijk met elkaar overeen?
fout a    beide wetboeken zijn deelcodificaties
goed b    beide wetboeken zijn gebaseerd op het natuurrecht
fout c    beide wetboeken waren bedoeld subsidiair te gelden
fout d    beide wetboeken zijn ontworpen door Suarez
19    De codificatiegeschiedenis van Oostenrijk begint met een codificatieopdracht die geleid heeft tot een ontwerp dat bekend staat als:
fout a    de Codex Theodosianus
fout b    de Volkscodex
fout c    de Codex Fridericianus
goed d    de Codex Theresianus
20    De 'geestelijke vader' van het ABGB van Oostenrijk was:
goed a    Von Zeiller
fout b    Von Kaunitz
fout c    Von Martini
fout d    Von Savigny
21    Het Erlass, dat keizer Franz I in 1804 uitvaardigde, hield het volgende in:
fout a    de veroordeling van het uitroepen van Napoleon tot keizer
goed b    de creatie van de titel 'keizer van Oostenrijk'
fout c    de verlening van de codificatieopdracht aan Von Zeiller
fout    de opheffing van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie
22    In 1815 werden de landen die tot 1806 deel hadden uitgemaakt van het Heilige Roomse Rijk als het ware ondergebracht in de Duitse Bond. De leiding van die Bond lag bij:
fout a    Pruisen
fout b    Saksen
fout c    Hannover
goed d    Oostenrijk
23    De 'Gouden Bul' van 1356 regelde:
goed a    de verkiezing van de rooms-koningen
fout b    de investituur van de Duitse bisschoppen
fout c    de kroning van de Duitse keizers
fout d    de oprichting van het 'Reichskammergericht'
24    Een van de uitingen van de strijd tussen de keizer en de paus was de investituurstrijd. Daarbij ging het om de vraag:
fout a    wie door wie gekroond moest worden
goed b    wie van hen de bisschoppen mocht benoemen
fout c    wie van hen de leenmannen leenhulde moesten doen
fout d    wie van hen immuniteiten mocht instellen
25    Toen het ABGB in 1811 werd afgekondigd, was Wenen de hoofdstad van:
fout a    het aartshertogdom Oostenrijk
fout b    het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie
goed c    het keizerrijk Oostenrijk
fout d    de republiek Oostenrijk
26    In 1815 ontstond in de Duitse landen een discussie over de vraag of er wel of niet gewerkt moest worden aan de totstandkoming van een codificatie. Het standpunt van de jurist E.J. Schrader in deze discussie was:
fout a    dat deze codificatie er sowieso moest komen
goed b    dat deze codificatie gemaakt en elk jaar aangepast moest worden
fout c    dat de tijd nog niet rijp was voor het maken van deze codificatie
fout d    dat men er verstandig aan deed het ABGB in alle Duitse landen in te voeren
27    Friedrich Carl von Savigny was een verklaard tegenstander van codificatie, toen daar in 1815 in de Duitse landen een discussie over ontstond. In het pamflet dat hij hierover schreef, nam hij stelling tegen het standpunt van:
fout a    E.J. Schrader
goed b    A.F.J. Thibaut
fout c    G.F. Puchta
fout d    R. von Jhering
28    De reden waarom F.C. von Savigny zo tegen het maken van een codificatie was in 1815 was dat:
goed a    hij vond dat de juristen eerst wetenschappelijk moesten worden opgeleid
fout b    hij een overtuigd voorstander van de oudere opvatting van het natuurrecht was
fout c    hij van mening was, dat het ABGB maar in alle Duitse landen moest worden ingevoerd
fout d    hij vond, dat de Duitse landen zich eerst maar moesten verenigen tot een eenheidsstaat
29    In zijn 'Vom Beruf unsrer Zeit zur Gesetzgebung und Rechtswissenschaft' presenteerde Von Savigny mede het programma van:
fout a    de school van de usus modernus
fout b    de Duitse natuurrechtsschool
goed c    de Historische School
fout d    de Freirechtschule
30    Welke visie had de Historische School op het wezen van het recht?
fout a    Zij zag het recht als iets wat eeuwig, onveranderlijk en altijd geldend was
fout b    Zij zag het recht als iets van alle volkeren
fout c    Zij zag het recht als dat wat gold door het langdurige gebruik en de opvatting dat het zo moest zijn
goed d    Zij zag het recht als iets dat onderworpen was aan organische groei
31    Von Savigny zag het Romeinse recht als:
fout a    de bron van alle publieke en private recht
goed b    het grote voorbeeld van juridische methode
fout c    het recht dat overal de plaats van het inheemse recht zou moeten innemen
fout d    het recht dat krachtens gewoonte overal van kracht zou moeten zijn
32    Onder invloed van de ideeën van de Historische School veranderde het gehele juridische onderwijs aan de Duitse universiteiten. Hoe heette de cursus waarin onderwijs gegeven werd in het zogenaamde hedendaagse Romeinse recht?
fout a    Institutionen
goed b    Pandekten
fout c    Codex
fout d    Novellen
33    De opvattingen van de Historische School hebben in de praktijk geleid tot de zogenaamde 'Begriffsjurisprudenz'. Dit betekende dat de rechters:
fout a    in civiele zaken recht spraken volgens het Romeinse recht
fout b    de oplossing van de aan hen voorgelegde rechtsvragen ontleenden aan buitenlandse rechtsbegrippen
goed c    de oplossing van de aan hen voorgelegde rechtsvragen zochten in een mathematische toepassing van de door hen geleerde rechtsregels
fout d    in civiele zaken recht spraken met veel begrip voor de maatschappelijke belangen van de procespartijen
34    Het boek waarmee Rudolf von Jhering als eerste aktie ondernam tegen de uitwerking van de pandektistiek in de rechtspraktijk was getiteld:
fout a    Der Kampf ums Recht
fout b    Was ist uns Savigny?
goed c    Vertrauliche Briefe über die Jurisprudenz von einem Unbekannten
fout d    Der Zweck im Recht
35    De grote geleerde Theodor Mommsen was een zogenaamde 'achtundvierziger'. Dit betekende:
fout a    dat hij geboren was in 1848
fout b    dat zijn testament pas in 1948 geopend mocht worden
fout c    dat hij achter de liberale revolutie van 1848 stond
goed d    dat hij in 1848 lid van het parlement van Frankfurt was geweest
36    Toen in 1948 zijn testament geopend werd, bleek dat de veelzijdige geleerde Theodor Mommsen zijn leven als mislukt beschouwde. Dit kwam omdat hij als liberaal nogal wat politieke tegenslagen te verwerken had gekregen. De man in wie hij in het bijzonder teleurgesteld geweest was, was:
fout a    keizer Wilhelm I
goed b    Otto von Bismarck
fout c    Adolf Hitler
fout d    keizer Napoleon III
37    De idee dat de rechter zelfstandig moet kunnen beslissen indien de wet c.q. het wetboek, een leemte vertoont is uitgedragen door:
fout a    Rudolf von Jhering
goed b    Hermann Kantorowicz
fout c    Bernhard Windscheid
fout d    Eugen Huber
38    De uitspraak 'Es ist ein kleiner Windscheid' heeft betrekking gehad op:
goed a    het ontwerp voor het BGB
fout b    het ontwerp voor het ADHGB
fout c    het ontwerp voor het Zwitserse Obligationenrecht
fout d    het ontwerp voor het ZGB
39    Het belang van de zogenaamde 'lex Lasker' is geweest, dat:
fout a    de gehuwde vrouw daardoor niet langer handelingsonbekwaam was
goed    het daardoor mogelijk werd op het niveau van het Duitse keizerrijk codificaties te maken
fout    het Duitse keizerrijk daardoor een eenheidsstaat werd
fout d    daardoor enige 'Tropfen sozialen Oels' aan het ontwerp voor het BGB werden toegevoegd
40    Adolf Hitler, die in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, wenste het BGB te vervangen door een nieuw nationaal-socialistisch wetboek omdat:
fout a    het BGB te mathematisch was
fout b    het BGB niet in nationaal-socialistische zin was uit te leggen
fout c    het BGB meer leemten dan letters bevatte
goed d    het BGB in zijn ogen gelijk stond aan het Romeinse recht, dat het materialisme diende
41   Het doordringen van de nationaal-socialistische ideeën in de Duitse rechtspraktijk is vooral te danken aan:
fout a    een uitdrukkelijke opdracht van Adolf Hitler
fout b    de propaganda van Joseph Goebbels
goed c    de uitleg van de Duitse rechters
fout d    de Neurenberger wetten
42    Dat de Byzantijnse keizers zich altijd als de enige rechthebbende op de titel 'keizer der Romeinen' hebben beschouwd, komt doordat:
fout a    Justinianus in 553 Italië inclusief de stad Rome wist te heroveren
fout b    het Byzantijnse recht voortbouwde op het recht van het oude Rome
fout c    Constantinopel vanuit Rome in 336 gesticht was
goed d    het imperium, dat aan het Romeinse keizerrijk verbonden was, als ondeelbaar gold  
43    Het gezantschap van Liudprand, bisschop van Cremona, naar Byzantium in 968 had tot doel:
goed a    de hand van een Byzantijnse prinses te verwerven voor de zoon van keizer Otto I
fout b    de paus te verzoenen met de patriarch van Constantinopel
fout c    de toestemming van de Byzantijnse keizer te verwerven voor het gebruik van de keizerstitel door Otto I
fout d    de Byzantijnse keizer over te halen genoegen te nemen met de titel 'keizer der Grieken'
 

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk